Onlangs viel mijn oog op een aantal prachtige foto’s van een beuk. Ze waren tijdens een wandeling door mijn zwager gemaakt en door mijn zus op Facebook geplaatst. “Gezond hoor, een stamboom,” had onze neef er al bij geschreven. “Ook van je familie gaat energie uit.” De gecombineerde acties van woord en beeld raakten mij onmiddellijk en ik besefte dat de ‘geest’ van mijn familie mij als het ware inspireerde…..
Ik keek nog eens goed en vormde in gedachte een beeld van een familiestamboom waarin portretten van familieleden vanuit de stam in de takken met elkaar verbonden waren. Ik merkte aan mezelf dat ik ieder lid van de familie, die ik ken en heb gekend, graag in de boom terug zou willen zien. Mijn grootouders van beide kanten, maar vanzelfsprekend ook mijn overgrootmoeder die zo oud werd dat ik haar nog heb gekend en me haar tot op de dag van vandaag nog heel goed kan herinneren; voelen bijna. En dan natuurlijk mijn betovergrootouders waarvan nog foto’s bestaan, die mij bij het zien ervan telkens weer zo fascineren dat ik er haast in verdwijn.
Onder diegenen die ik aan de voet van de stam zou plaatsen schuilen de eerdere voorouders die zich verder vertakken in een wortelstelsel waarvan ik de oorsprong niet goed of helemaal niet ken, maar waar al mijn familieleden en ik ons bestaan aan te danken hebben en waar we in wezen dus nog altijd, via allereerst onze ouders, mee zijn verbonden.
Ik was altijd al zeer geïnteresseerd in de verhalen en de geschiedenis van mijn familie. “Wilt u alstublieft nog iets over vroeger vertellen?” hoor ik mezelf nog aan mijn ouders en grootouders vragen. Ik kreeg verhalen te horen die zeer tot mijn verbeelding spraken en die al gauw voor mij werden geïllustreerd aan de hand van fotoboeken. Geweldig die foto’s van vroeger! En hoe ouder hoe beter, want op die manier leerde ik voorouders kennen die er allang niet meer waren. Ook de tijdsbeelden fascineerden mij en bij het turen naar de foto’s verdween ik er haast in.
Door al die verhalen leerde ik niet alleen onze voorouders beter kennen, maar vooral ook hen die de verhalen vertelden; mijn ouders en grootouders. Al pratend en luisterend kwam ik daardoor ook steeds meer over mezelf te weten en begon ik zowel uiterlijke als innerlijke familietrekjes te herkennen. Door te kijken en te luisteren naar de ander en samen te praten leerde ik bovendien ook nog eens vanuit het perspectief van die ander te kijken, waardoor ik het leven nog beter leerde begrijpen.
Helaas is het niet iedereen gegeven om zichzelf via familiegeschiedenis beter te leren kennen door er gesprekken met (naaste) familieleden over te voeren. Bijvoorbeeld als je grootouders en ouders niet meer leven, als je je biologische familieleden nooit hebt gekend omdat je bent geadopteerd, als je familie jammerlijk uiteen ligt als gevolg van een zware emotionele breuk of als (je) het vermogen ontbreekt open te zijn. In dergelijke gevallen ben je aangewezen op informatie vanuit een andere (sterke) basis waarmee je je eigen basis kunt verstevigen. Gelukkig kan dat omdat we als mens in staat zijn andere (nieuwe) netwerken te creëren. Ook hier is wederkerige openheid, praten over hetgeen je (ten diepste) bezighoudt en waarbij je luistert (of gaandeweg leert luisteren) vanuit het perspectief van de ander, een fundament waarop je samen kunt bouwen. Hoe opener je samen kunt zijn, hoe breder je het kunt zien en hoe rijker je van binnen wordt.
Dat beeld van die stamboom doet me weer eens beseffen hoezeer we als mensen met elkaar verbonden zijn. Niet alleen binnen families maar ook binnen groepen en gemeenschappen zoals bijvoorbeeld verenigingsverbanden, culturele – en geloofsgenootschappen, woongemeenschappen, werkverbanden, enzovoort. Aan ieder afzonderlijk mens hangen immers weer verschillende netwerken van mensen die op tal van andere manieren met elkaar verbonden zijn.
En soms kom je er zelfs achter dat een ogenschijnlijk willekeurig iemand meer verwantschap met je heeft dan je misschien had verwacht, omdat twee netwerken elkaar ‘stomtoevallig’ ergens raken. Een van de leukste dingen binnen die netwerken vind ik dan ook de herkenning: “Hé, dan ben jij dus familie van….,” of: “ach wat leuk, dan heb ik je opa nog goed gekend.” Op dat soort momenten voel ik onmiddellijk een soort van verbinding vanuit de wortels van mijn bestaan. Het maakt me nieuwsgierig naar het perspectief van die ander; naar hoe die persoon dat ‘stukje’ van mijn oorsprong, of anders gezegd: deel van mezelf, heeft ervaren. Ik ben op zulke momenten dan ook altijd weer benieuwd of ik in die ander ook mezelf herken.
Wanneer je een stamboom vanuit je eigen bestaan, of misschien zelfs vanuit het bestaan van een bepaald samenlevingsverband of werkverband opricht, weet dan dat je altijd tot in het diepste verbonden bent met de wortels van het bestaan, waaruit je dagelijks, al dan niet bewust, wordt gevoed.
“Weten waar je (innerlijk) mee verbonden bent inspireert en verheldert het bestaan.”
1 Reactie op Inspiratie uit Wortel en Tak