Elk leven kent naast voorspoed ook tegenspoed, zoals ziekte, het overlijden van een dierbare, echtscheiding, baanverlies, etc. Dit zijn zaken die ons allemaal vroeg of laat kunnen overkomen en daarmee dan ook tot de dagelijkse realiteit behoren.
Soms kunnen tegenslagen zo overweldigend zijn dat er (tijdelijk) geen uitzicht meer lijkt te bestaan. En ja, waar kun je dan nog houvast aan hebben?
Wanneer er sprake is van een persoonlijk dieptepunt kan goede hoop je vaak nog lang op de been houden. Het is dan ook niet voor niets dat een bekend spreekwoord luidt: “Hoop doet leven”.
Hoop op zichzelf is de vrij passieve verwachting dat iets wel of niet zal plaatsvinden, ten goede van de wens van degene die hoopt. Veel verder dan afwachten – al dan niet in spanning – reikt hoop niet. Vertrouwen daarentegen gaat een stapje verder en gaat uit van de kracht van iets of iemand waarvan je weet, denkt of gelooft dat je daar tijdens moeilijke periodes op kunt steunen.
Zowel hoop als vertrouwen kunnen afbrokkelen. Dit heeft te maken met overtuigingen, die worden gevormd door ervaringen, opgedane kennis en de uitwerking daarvan. Omgevingsfactoren, rolmodellen maar ook aangeboren eigenschappen kunnen eveneens van invloed zijn.
Overtuigingen kunnen dus ook van buitenaf gevoed worden maar krijgen van binnenuit hun vorm. De positieve invloed die je hierop kunt uitoefenen hangt in belangrijke mate af van het kennen of zien van je hulpbronnen en de daadkracht om ze aan te boren.
Ondanks het kennen van je hulp- c.q. krachtbronnen kan het aan daadkracht ontbreken, zodat ze onbenut blijven. Dit heeft vaak te maken met angst– of schrikbeelden – al dan niet traumatisch – die in stand gehouden worden door belemmerende overtuigingen, zoals:
- Ik ben niet belangrijk, goed, mooi… genoeg
- Ik zal eerst beter mijn best moeten doen
- Als ik niets doe kan er ook niets fout gaan
- Ik mag het niet voor het geld doen
- Verandering geeft onrust
- Niemand houdt van mij
- Er zit toch niemand op mij te wachten
Dergelijke belemmerende overtuigingen, die o.a. duiden op geen zekerheid, geen overeenstemming, geen gehoor of te weinig waardering vinden, kunnen de motivatie, die nodig is om tot veranderen, verbeteren of creëren te komen, behoorlijk afremmen of wegnemen, waardoor houvast ontbreekt.
Wie de ruimte heeft of neemt om zich bewust te worden van de hulpbronnen waar je in moeilijke tijden gebruik van kunt maken, doet er goed aan zichzelf een paar eenvoudige vragen te stellen:
- Wat zijn mijn talenten?
- Wat zijn mijn kwaliteiten?
- Wie in mij omgeving heeft welke talenten?
- Wie in mijn omgeving heeft welke kwaliteiten?
De antwoorden op de eerste twee vragen geven je persoonlijke kracht weer en laten zien wat je zelf in huis hebt om eventuele tegenslagen mee te lijf te kunnen gaan.
De laatste twee vragen maken zichtbaar van welke externe krachten; hulpbronnen je eventueel gebruik kunt maken. Alle antwoorden tezamen reiken je de handvatten die je houvast kunnen bieden op de weg naar verbetering; persoonlijke groei. Hiermee heb je de totale ‘gereedschapskist’ van zowel interne als externe kwaliteiten en talenten, inclusief de ‘lijst’ van dat wat nog aangevuld en verbeterd kan worden, in handen.
Wie vastloopt door belemmerende overtuigingen, loopt het gevaar te blijven hangen in emoties van onvermogen, waardoor een positieve verandering nog heel lang op zich kan laten wachten of zelfs volledig uit kan blijven. Het zetten van een nieuwe stap is de enige mogelijkheid om uit de impasse te komen.
Omdat niemand het leven van een ander kan leven, zal een ieder de nodige stap(pen) zelf moeten zetten. Wanneer dat door omstandigheden even niet gemakkelijk is of zelfs onmogelijk lijkt, weet dan dat vragen om hulp ook een eigen stap kan zijn waarmee je houvast; hernieuwd vertrouwen kunt vinden op de weg naar vooruitgang.